Graag willen wij je informeren over een aantal zaken met betrekking tot box 3 zodat je goed voorbereid bent.

Werkelijk rendement box 3

Naast het fictieve stelsel dat we nu in box 3 kennen (de overbruggingswet box 3) wordt dit jaar de Wet tegenbewijsregeling box 3 geïntroduceerd door de Belastingdienst. Volgens de huidige plannen gelden de overbruggingswet box 3 en de tegenbewijsregeling box 3 tot 2028. Naar verwachting gaat de Belastingdienst hierover volgende maand (juli 2025) attentiebrieven versturen en formulieren Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) beschikbaar stellen. Met de formulieren OWR kan je jouw werkelijk rendement per belastingjaar doorgeven.

Op hoofdlijnen houden de regels voor de berekening van het werkelijke rendement van het totale vermogen in box 3 in:

• Naast de directe opbrengsten, zoals rente, dividend en huur, moet dus ook rekening worden gehouden met positieve en negatieve waardeveranderingen (vermogensaanwas) van het vermogen, ongeacht of die zijn gerealiseerd. Denk hierbij aan koersresultaten van effecten, waardeveranderingen van onroerend goed of valutaresultaten van buitenlandse banktegoeden. De waardeveranderingen worden verminderd met stortingen en vermeerderd met onttrekkingen.
• Rentekosten van schulden in box 3 zijn aftrekbaar. Andere kosten in box 3 zijn niet aftrekbaar. Denk hierbij aan onderhoudskosten en andere kosten van onroerende zaken of beheerskosten van effecten.
• Per belastingjaar wordt het werkelijk rendement in box 3 berekend. Dit betekent dat negatieve rendementen van een vermogensbestanddeel in box 3 eerst verrekend moet worden met positieve rendementen van een ander vermogensbestanddeel in box 3.
• Negatieve rendementen van een belastingjaren mogen niet verrekend worden met positieve rendementen van andere belastingjaren.

Kosten voor verbetering van bijvoorbeeld onroerend goed worden als een storting gezien die in mindering kan komen van de waardeverandering. Bij woningen geldt een bijzondere regeling omdat deze worden gewaardeerd volgens de WOZ-waarde.

Wat kan je nu doen?

Op dit moment zijn drie acties mogelijk: (1) informatie verzamelen voor het werkelijk rendement, (2) bezwaar maken tegen recent vastgestelde definitieve aanslagen inkomstenbelasting en (3) een verzoek tot ambtshalve vermindering/herziening indienen over het belastingjaar 2020.

1. Informatie verzamelen

Om in aanmerking te komen voor een belastingteruggave box 3 moet per belastingjaar het werkelijk rendement box 3 worden bepaald. Wij willen je graag hierbij helpen. Daarom vragen je om nu al te beginnen met het verzamelen van deze informatie.

Welke informatie je precies moet verzamelen kan je bij ons opvragen. Bij interesse kunnen we je een checklist toesturen.

2. Bezwaar maken

De Belastingdienst is bezig met het opleggen van definitieve aanslagen over de jaren 2021 en verder. Dat komt omdat deze aanslagen dreigen te verjaren. Voor de meest optimale rechtspositie moet je bezwaar maken tegen deze aanslagen.

3. Verzoek tot ambtshalve vermindering indienen

Indien jouw definitieve aanslag inkomstenbelasting 2020 nog niet onherroepelijk vaststond op 24 december 2021, kan je tot 31 december 2025 nog een verzoek tot ambtshalve vermindering indienen om toegang tot de tegenbewijsregeling box 3 te krijgen. Met deze toegang kan je een Formulier Opgaaf Werkelijk Rendement voor het jaar 2020 indienen als je vermoed dat jouw werkelijk rendement lager is.

Mocht je nog niet op onze eerdere berichten gereageerd hebben en alsnog voor het jaar 2020 een verzoek tot ambtshalve vermindering willen indienen dan horen wij het graag.

Wij horen graag van je!

Wij gaan graag met jou in gesprek of het voor jou loont om een opgaaf werkelijk rendement box 3 bij de Belastingdienst in te dienen. Tevens zullen we hierbij aangeven wat de kosten zijn voor het maken van deze berekening en het indienen van een opgaaf werkelijk rendement. Benieuwd of je ook in aanmerking komt voor een teruggave box 3 belasting? Neem dan contact op met ons.