Kantoornieuws november 2023
30 oktober 2023Proefzaken Box 3 massaalbezwaarplusprocedure geselecteerd
30 oktober 2023Voor een overzicht verwijzen wij naar het andere artikel: 'Belastingplan 2024 door Tweede Kamer'.
De meest opvallende zaken voor onze klanten zullen wij onderstaand toelichten.
Box 2
In Box 2 wordt het toptarief per 1 januari 2024 verhoogd van 31% naar 33%. Dit tarief geldt voor zover het belastbaar inkomen in box 2 meer bedraagt dan € 67.000 (2024). Fiscale partners kunnen twee keer gebruikmaken van deze schijf waardoor je samen vanaf € 134.000 in het toptarief terecht komt. Het lage tarief in box 2 blijft 24,5% (2024). Tot 31 december 2023 is er alleen nog het enkele tarief van 26,9% in box 2.
Het is op dit moment afhankelijk van de grootte van de gewenste dividenduitkering(en), of het voordeliger is om in één keer vóór 31 december 2023 nog een dividenduitkering te doen of deze uit te strijken over meerdere jaren om van het lagere tarief gebruik te maken.
(36 418 nr. 11)
Box 3
Het tarief in box 3 wordt per 1 januari 2024 verder verhoogd tot 36%. Ter vergelijking is in 2023 is het tarief 32%. Deze tariefsverhoging zal de meeste impact hebben op jouw bezittingen in de categorie 'overige bezittingen'. Bij bank- en spaartegoeden wordt namelijk een aanzienlijk lager fictief rendement aangemerkt. In 2023 is het fictief rendement op overige bezittingen 6,17% en voor bank en spaartegoeden 0,01% (!).
Daarnaast wordt per 1 januari 2025 de vrijstelling voor groene beleggingen verlaagd naar € 30.000, voor fiscale partners € 60.000.
(36 418, nr. 11)
Excessief lenen
Het maximumbedrag voor excessief lenen uit de eigen B.V. wordt verlaagd van € 700.000 naar € 500.000. Het nieuwe maximumbedrag € 500.000 geldt voor de peildatum van 31 december 2024. Tot 1 januari 2024 is het maximumbedrag nog € 700.000, voor de eerste peildatum van 31 december 2023 is het maximumbedrag dus nog ongewijzigd.
(36 418, nr 60)
MKB-winstvrijstelling
In 2023 is de MKB-winstvrijstelling een percentage van 14%. Het voorstel was om deze te verlagen tot 12,7%, maar deze verlaging wordt gematigd waardoor de MKB-winstvrijstelling een percentage van 13,31% is in 2024. Goed nieuws voor de IB-ondernemer dus. Behalve wanneer verlies wordt gedraaid, verliezen worden namelijk ook verlaagd door de MKB-winstvrijstelling. In dit geval kan het dus nadelig zijn.
(36 418, nr 43)
30%-Regeling
Per 1 januari 2024 wordt de 30%-regeling voor de eerste 20 maanden gesteld op maximaal 30% van het – simpel samengevat – belastbare loon. Voor de daaropvolgende 20 maanden wordt het percentage gesteld op 20% en tenslotte voor de daaropvolgende 20 maanden wordt het percentage gesteld op 10%. Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 van de 30%-regeling gebruik maakten.
(36 418, nr. 63)
Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)
Het amendement regelt dat per 1 januari 2025 de BOR in de schenk- en erfbelasting bij de voorwaardelijke vrijstelling voor ondernemingsvermogen boven de € 1.500.000, wordt gesteld op 75% in plaats van 70%. Ter vergelijking zijn de huidige cijfers van de BOR een voorwaardelijke vrijstelling van 83% boven € 1.205.871.
(36 418, nr. 11)
Afbouw Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)
Vorig jaar heeft het kabinet een afbouw van de IACK voorgesteld en deze wordt met dit amendement op een logischere en rechtvaardigere manier afgebouwd. Met het amendement vindt de afbouw plaats in negen stappen, dit geldt voor iedereen die recht heeft op de IACK, inclusief ouders van kinderen die geboren zijn na 31 december 2024. De afschaffing van de IACK wordt uitgesteld van 2025 naar 2027. Zo sluit de afschaffing aan met het nieuwe kinderopvangstelsel dat een vertraging opgelopen heeft van 2 jaar en ook in 2027 ingaat. Met dit plan is de IACK op 1 januari 2035 uitgefaseerd.
(36 418, nr. 61)
Accijnskorting brandstof
De Accijnskorting die vanaf 1 juli 2023 geldt voor benzine, diesel en LPG wordt met dit amendement voor één jaar verlengd. De gebruikelijke indexatie (lees ook: verhoging) wordt per 1 januari 2024 niet doorgevoerd. Als de indexatie wel plaatsvindt dan was benzine met bijna 21 cent extra belast. Diesel met ruim 13 cent extra.
(36 418, nr. 83)