In juli 2025 deed de rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak in een zaak over privé-uitgaven die ten onrechte als zakelijke kosten waren opgevoerd. Het ging om de eigenaresse van een eenmanszaak die actief is als een administratie- en belastingadvieskantoor. Zij gaf onder andere speelgoed, kapperskosten, drogisterijkosten, gezichtsbehandelingen, kinderkleding, sportartikelen en zelfs een bootcamp op als zakelijke uitgaven onder ‘representatiekosten’ in haar aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2013 tot en met 2017 en later ook 2019 en 2020.
Uit boekenonderzoek bleek dat voor ruim € 13.000 aan privé-uitgaven onterecht was afgetrokken. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een ‘nieuw feit’, waardoor navordering was toegestaan. Daarnaast ontbrak een zakelijke onderbouwing bij de opgevoerde kosten, zoals vermelding van het doel of de klantnaam. De rechter stelde grove schuld vast en vond de opgelegde vergrijpboete van 25% terecht, mede omdat de vrouw eerder was gewaarschuwd na een controle. Als belastingadviseur had zij beter moeten weten. Vanwege de lange behandelduur werd de boete wel iets verlaagd.
Het is daarom belangrijk om goed na te gaan of bepaalde uitgaven privé of zakelijk zijn. Heb je twijfel? Neem dan gerust contact met ons op.