Waar zou je eind 2023 wellicht nog aan moeten denken?

Op Prinsjesdag zijn verschillende van de onderstaande wijzigingen bekend gemaakt. Veel hiervan kan je teruglezen in onze vorige nieuwsbrief. Wij hebben de onderwerpen die op korte termijn relevant kunnen zijn voor jou kort samengevat. Deze onderwerpen kunnen namelijk actie vereisen om er optimaal gebruik van te kunnen maken.

De onderwerpen (wijzigingen) zijn:

  1. Verlaging van Energie-investeringsaftrek (EIA)
  2. Aanschaf (bestel)auto wordt duurder
  3. Twee belastintarieven in box 2
  4. Verlaging van mkb-winstvrijstelling
  5. De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) wordt aangescherpt
  6. Minder onbelaste vergoedingen voor personeel
  7. Introductie minimum uurloon
  8. Huidige box 3 stelsel mogelijk in de problemen

1. Verlaging van Energie-investeringsaftrek (EIA)
Investeer je als ondernemer in energievriendelijke bedrijfsmiddelen? Dan is het mogelijk om een bepaald percentage over het investeringsbedrag direct af te trekken van de winst via de energie-investeringsaftrek (EIA). Doordat de winst daarmee lager uitvalt, bespaar je als ondernemer belasting. Voor het jaar 2023 is het percentage 45,5 %. Dit percentage wordt verlaagd naar 40%. Daarnaast wordt de Energielijst aangepast. De precieze invulling wordt in het vierde kwartaal van 2023 vastgesteld. Het kan daarom interessant zijn om investeringen in energievriendelijke bedrijfsmiddelen nog in 2023 te doen. Zorg wel dat de melding hiervan tijdig wordt gedaan bij de RVO!

2. Aanschaf (bestel)auto wordt duurder
Het aanschaffen van een nieuwe auto is in 2025 duurder. De vaste voet van de bpm gaat met € 200 omhoog. De bpm is een belasting die is verschuldigd bij de aanschaf van een nieuwe auto of motor. Voor elektrische auto’s geldt ook nog voor volgend jaar een vrijstelling voor de bpm. Deze wordt echter geschrapt per 2025, waardoor de aanschafprijs van elektrische auto’s hoger zal zijn in 2025 ten opzichte van 2024.
Daarnaast komt per 1 januari 2025 de bpm-vrijstelling voor bestelauto’s te vervallen. Indien je nog wilt gebruikmaken van de bpm-vrijstelling voor btw-plichtige ondernemers bij de aanschaf van een bestelauto, zorg er dan voor dat je deze op tijd besteld. Zodat je in 2024 nog gebruik kan maken van de vrijstelling!

De hoogte van de bpm op bestelauto’s is afhankelijk van de CO2-uitstoot. Het is dus bij vervanging van bestelauto’s na 1 januari 2025 fiscaal voordelig om jouw bestelauto’s te vervangen door emissievrije bestelauto’s. Let wel op, volgens de berekeningen van de RVO zijn de elektrische auto’s in de A, B en C-klasse op dit moment nog wel duurder dan de benzine varianten. De verwachting is dat dit de komende jaren ook nog zo blijft. Houd daarom rekening met jouw persoonlijke situatie.

3. Twee belastingtarieven in box 2
Per 1 januari 2024 wordt het enkele tarief van box 2 van 26,9% vervangen door twee tarieven. Voor ontvangen dividenden tot € 67.000 geldt een tarief van 24,5%. Voor het bedrag daarboven is het percentage 31%. Fiscale partners profiteren twee keer van de lage schijf, wat betekent dat bijvoorbeeld een dividenduitkering van € 134.000 belast wordt tegen het lage tarief van 24,5%.
Met deze maatregel wil de regering aanmerkelijk belanghouders stimuleren vaker (jaarlijks) winsten uit te keren en niet de winsten te blijven oppotten in de B.V.

Dividenduitkeringen hebben ook gevolgen voor de algemene heffingskorting, box 3 vermogen en excessief lenen. Het artikel 'Denk aan de peildatum! – Wet excessief lenen bij eigen vennootschap' zal verder ingaan op het excessief lenen.

Heeft jouw partner geen inkomen? Het uitkeren van dividend, om de algemene heffingskorting te kunnen benutten, is dan misschien wel interessant. Neem contact op met ons kantoor om te overleggen wat in jouw situatie voordelig is.

4. Verlaging van mkb-winstvrijstelling
De mkb-winstvrijstelling is een aftrekpost op de fiscale winst in de inkomstenbelasting. Het percentage van de mkb-winstvrijstelling voor ondernemers wordt per 1 januari 2024 verlaagd van 14% (2023) naar 12,7%. Door deze maatregel betalen ondernemers in de inkomstenbelasting zoals eenmanszaken, vof’s en zzp’ers vanaf 2024 meer belasting. Ondernemers met de hoogste winsten gaan er het meest op achteruit door deze aanpassing.
Neem daarom contact op met ons kantoor om te overleggen of ondernemen in de inkomstenbelasting voor jou nog steeds de beste keuze is. Bekijk daarnaast of je bepaalde kosten kan uitstellen naar 2024, zodat de winst in 2024 lager is en je minder belasting betaalt over deze winst.

5. De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) wordt aangescherpt
Het doel van de BOR is het zo min mogelijk te belemmeren van de bedrijfsopvolging. Per 1 januari 2024 kwalificeert verhuurd vastgoed niet meer als ondernemingsvermogen, maar als beleggingsvermogen. Verhuurd vastgoed schenken met toepassing van de BOR is dan niet meer mogelijk. In de praktijk was aantonen dat aan derden verhuurd vastgoed kwalificeert als ondernemingsvermogen al geen eenvoudige opgave is. Dit blijkt uit de uitspraak van de Hoge Raad van 18 augustus 2023.
De aanscherping van de BOR werkt door naar de omvang van het ondernemingsvermogen bij de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting. Dit betekent dat de schenker de box 2-belastingclaim die rust op de aandelen voor dat gedeelte niet meer kan doorschuiven.

Voor 2025 en 2026 zijn meer aanscherpingen aangekondigd, zoals de afschaffing van de doelmatigheidsmarge van 5% van het bedrijfsvermogen, dat uit beleggingen mag bestaan. Indien je overweegt om jouw bedrijf met toepassing van de BOR te schenken, kan het raadzaam zijn om dit proces te versnellen.

6. Minder onbelaste vergoedingen voor personeel
De werkkostenregeling biedt werkgevers de mogelijkheid om personeel onbelast allerlei zaken te vergoeden en verstrekken. De vrije ruimte in de werkkostenregeling is in 2023 eenmalig verruimd naar 3% tot een loonsom van € 400.000. Deze verruiming komt in 2024 te vervallen waardoor de vrije ruimte 1,92% bedraagt voor een loonsom tot € 400.000 en 1,18% voor het meerdere. Zorg daarom dat je in 2024 niet boven deze vrije ruimte uitkomt, het meerdere wordt namelijk zwaar belast met een tarief van 80%!

7. Introductie minimum uurloon
Het wettelijke minimumloon in Nederland wordt per maand vastgesteld. Vanaf 2024 gaat dit veranderen en wordt het minimumloon per uur vastgesteld. Daarmee krijgt iedereen in de leeftijd van 21 jaar en ouder die werkzaam is voor het minimumloon dezelfde uurvergoeding. Een maand-, week- of dagloon is niet toegestaan.
De basis wordt een 36-urige werkweek. Dit betekent dat werkgevers te maken krijgen met een lastenverzwaring als normaal gesproken werknemers het minimum uurloon verdienen op basis van 38 of 40 uur per week.

8. Huidige box 3 stelsel mogelijk in de problemen
Op 18 september 2023 heeft de advocaat-generaal geconcludeerd dat ook de Wet Rechtsherstel box 3 het discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt. Als de Hoge Raad dit advies overneemt, kan dit gevolgen hebben voor jouw box 3-inkomen. Tijdig bezwaar zal in dat geval raadzaam zijn. 
De Belastingdienst wacht met het opleggen van definitieve aanslagen (2021 en 2022) en het afhandelen van bezwaarschriften box 3 over de jaren 2017 tot en met 2022 tot een nieuw arrest van de Hoge Raad. Dit geldt alleen voor aanslagen met box 3-inkomen dat bestaat uit meer dan alleen banktegoeden, zoals inkomsten uit aandelen of vastgoed. Bij alleen banktegoeden is het forfaitaire rendement immers (nagenoeg) gelijk aan de daadwerkelijk genoten rente.
Bezwaar zal pas mogelijk zijn wanneer de definitieve aanslagen worden opgelegd. Op de voorlopige aanslagen is geen bezwaar mogelijk.

Vragen? Neem gerust contact op met ons kantoor, wij helpen je graag verder.

De winst zit ‘m in persoonlijk.

Bron: | 09-10-2023